Anlux: Parketplaatser sinds 1977

Parketplaatser sinds 1977

Parket voor vloerverwarming

Bij parketvloeren voor vloerverwarming moet extra aandacht worden besteed aan een goede warmtegeleiding, een minimum krimp- en uitzetcapaciteit van het parkethout, aangepaste lijmen en afwerkingen, plaatsingstechnieken, ondergrond, de housoort...

Bij ieder project met vloerverwarming kunnen zich specifieke eigenschappen voordoen die een gepaste uitvoering vereisen. Ook de ondergrond (chape) dient aan specifieke eisen te voldoen! Indien u plannen heeft om met een vloerverwarming te werken is het best om eens contact op te nemen. Zo kunnen we u met raad en daad bij staan om tot een perfecte uitvoering te komen!

Eisen voor nieuwe chape:

 Er is een bouwplastiekfolie voorzien tussen de uitvullingslaag & de afwerkingschape, die aan de muren mee opgetrokken is. Ze voldoet qua vlakheid en samenstelling aan de strengste wettelijke STS-normen volgens TV218 & TV189. Voor chape met vloerverwarming is het aangewezen om cementgebonden chapes toe te passen, geen anhydrietchapes of gietchapes. Bij vloerverwarming moet een bijkomende voorstrijk op de chape geplaatst worden voor een optimale hechting van de lijm. Een gewone cement gebonden chape bij vloerverwarming mag max. 1,5 % restvocht. Hou er rekening mee dat de chape bij een normale binnentemperatuur van 18 à 20 °C 0,5 % droogt per twee weken. De droogtemeting moet ter plaatse worden uitgevoerd met een calcium-carbide meter. Een eerste meting bij een chape dikte van 5 à 6 cm wordt uitgevoerd na + 12 weken. Een juiste planning van de werken kan pas wanneer blijkt, uit de droogtemeting, dat de chape voldoende droog is. 

Opstarten van de vloerverwarming: 

De temperatuur moet langzaam opgevoerd worden.

Voor het opstarten van de vloerverwarmingsinstallatie moet de dekvloer volledig gehard en gedroogd zijn. Normaal is hiervoor een periode van 21 tot 28 dagen nodig voor normale cementdekvloer (chape). Bij anhydrietcementdekvloer (anhydrietchape) is een periode van minstens 7 dagen vereist. !!! Navragen aan chappeur voor juiste termijn!!!  De instellingen van de verschillende warmtekringen gebeurt aan de hand van de berekende waarden.

De vertrekwatertemperatuur wordt initieel ingesteld op de ruimtetemperatuur van het gebouw en dagelijks opgevoerd in stappen van 5 °C , start op ± 25 °C, tot de maximum vertrekwatertemperatuur is bereikt waarvoor het systeem werd berekend. Deze temperatuur wordt minstens 5 dagen aangehouden. Daarna moet de verwarming geleidelijk afgebouwd worden idem aan de opvoering van de temperatuur,  tot minimum. Deze procedure kan best eenmaal herhaald worden. Ze moet volledig uitgeschakeld worden om de vloerbedekking aan te brengen. Bij het opstarten van een weersafhankelijk gestuurde installatie is manueel opwarmen met behulp van de ketelaquastaat aanbevolen.

Na de plaatsing van de parketvloer moet deze opstartprocedure herhaald worden. Ze mag pas opgestart worden minimum na 7 dagen na afwerking parketvloer. Bij parketvloer is de maximum toegelaten gevoelstemperatuur 28 °C = vertrekwatertemperatuur van ± 45 °C. Bij vloerverwarming is het zeker aan te raden een hygrometer in de ruimte te plaatsen om de relatieve vochtigheid te controleren! Deze moet tussen de 45 % en 65 % liggen om de werking van het hout minimaal te houden. Indien dit niet het geval is kan een bevochtiging- of ontvochtigingssysteem geplaatst worden.

© Anlux N.V. - Winkelsestraat 36 - 8860 Lendelede - Tel : 051 / 30.51.62 - Fax : 051 / 31.52.88 - Contact - Webdesign In2Red